“Wij zijn van het principe we rijden rond bij de boeren, verzamelen zo onze ingrediënten, en dáár maak je iets van. We zijn op weg om 100% naar het lokale te gaan.”
Als je als ‘brouwerijtje’ uit het Zeeuws-Vlaamse Groede in een paar jaar tijd in de top 30 terechtkomt van de craftbrouwerijen in Nederland, dan doe je iets goed. Bierbrouwen, welteverstaan. En meer dan dat. Voor Marc Menue, een van de drie drijvende krachten achter de Dutch Bargain bieren, houdt het veel meer in. Het totaalplaatje is namelijk doorslaggevend voor succes. Een totaalplaatje waarbij het draait om lokaal en circulair ondernemen, met een wijde, grensoverschrijdende blik.
Iets stads in Zeeland
Van de overname van een café naar een succesvol café-restaurant, een topdertig bierbrouwerij, een online dropshippingplatform met 150 deelnemende Holland Craft Beer-brouwerijen en een hippe horecazaak in het ‘afgelegen’ Zeeuws-Vlaanderen, dat is opmerkelijk. Als kind van Zeeuws-Vlaamse ouders groeide Marc in Tilburg op, maar hij kwam als kind vaak naar familie hier. “Als twaalf-, dertienjarige zat ik dan op het land, op de trekker. Ik ben verliefd geworden op de rust, de ruimte en de landelijkheid. In 2000 kocht ik met mijn vrouw Veronique heel impulsief een boerderij op Boerenhol.” Op dat moment was Marc directeur van een bedrijf in Brabant. “Het eerste jaar dat we hier woonden met onze kinderen was een sabbatical. Niks doen levert echter ook niks op. Het adviesbedrijf waar ik vervolgens voor werkte slokte veel tijd op en voor de kinderen waren alle afstanden naar school, sport en vriendjes niet zo praktisch. Daarom zetten we met pijn in ons hart onze boerderij te koop en vonden we een heel mooi huis in Groede, naast De Drie Koningen.
Toen de uitbaters in 2011 daarmee stopten schreef ik een businessplan. Zelf had ik helemaal ik geen ervaring in de horeca. Daarom vroeg ik Stijn Jordans, toen bedrijfsleider van strandpaviljoen Beachhouse en een goede bekende, met mij De Drie Koningen over te nemen. De kleine brouwerijinstallatie in De Drie Koningen werd destijds gebruikt door leerlingen van de brouwerijschool in Gent. Ik vond dat interessant, dus trok ik ook mijn laarzen aan en liep ik mee en leerde het vak van bierbrouwen. Samen met hen maakten Stijn en ik ons eerste bier Marckenstein, naar ons genoemd. Ik deed onderzoek naar speciaalbier en zag in Amerika een enorme ontwikkeling hierin. In 2015 ontmoette ik Thibo Baccarne, een Belgische bierbrouwer met dezelfde visie als die van mij.
Toen ik voorbij de oude gymzaal in de Blekestraat liep, trok deze mijn aandacht. Hier konden we alles doen wat we wilden: bier brouwen en tappen, koken met producten van eigen land en serveren. Het is een karwei van zeven jaar geweest om het te maken wat het nu is, een hippe plek waar mensen van heinde en verre naartoe komen om gezellig te zijn. We wilden iets stads in het kleine Zeeland brengen, en met het Brouwerslokaal is dat gelukt. Ons fundament is een driehoek. Stijn is de horecaman, Thibo de brouwer en ik ben de bouwer. Eigenlijk heb ik er mijn hele leven over gedaan om te komen waar ik nu ben, en dat is niet het gevoel hebben dat ik een baan heb. Je kunt stellen dat ik óf altijd werk, óf nooit werk.”
Dromen betekent hard werk
De gerechten in het Brouwerslokaal worden zelf bedacht. “Nu zitten we in de buurt van waar we naartoe moeten. Onze kaart en het concept is zo uniek. In combinatie met de plek denk ik dat het gegarandeerd een succes moet zijn.” De brouwerij en het Brouwerslokaal gebruiken streekproducten, het liefst van zo dichtbij mogelijk. “Wij zijn van het principe we rijden rond bij de boeren, verzamelen zo onze ingrediënten, en dáár maak je iets van. We zijn op weg om 100% naar het lokale te gaan. Ik geloof dat de Westerse wereld te ver doorgeschoten is en het kapitalisme te ver is doorgevoerd. Mijn generatie is daar schuldig aan geweest. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van een vrije wereld, van democratie. Maar we moeten niet onze bonen in Polen laten doppen en weer terughalen, we moeten dat zelf doen. Eerlijke prijzen, dat vind ik het belangrijkst. In 2009 al kwam ik tot deze conclusie: als ik van grond tot aan de mond alle schakels ertussenuit haal moet de boer een eerlijkere prijs kunnen krijgen en moeten wij het goedkoper in kunnen kopen. Ik heb een droom. Ik wil laten zien dat je een cirkel kan maken met een boerderij van twee hectaren grond, een brouwerij en een horecazaak. Best moeilijk om aan een ander uit te leggen. Je moet het gewoon zelf met eigen ogen komen zien. We zijn ondertussen met een team van mensen die er allemaal hetzelfde in staan. Daarom werkt het hier zo goed.”
De cirkel rond
Kaas van Kaasboerderij ’t Vosje, die een kaasje met Dutch Bargain-bier heeft gemaakt. Bitterballen van De Ambachterie, gemaakt met Dutch Bargain Stout. Brood, zelf gebakken met de bloem van de molen uit Nieuwvliet. De borstel uit de brouwerij, een restproduct, gaat naar de Heerenhoeve waar ze het voeren aan de koeien. De koeien leveren op hun beurt boter en yoghurt. “Zo moet het, circulair werken met z’n allen. Vorig jaar hebben Veronique en ik weer een boerderij gekocht. Het keukenafval wordt gecomposteerd en gaat op het land waar we nu de bietjes, pastinaken en schorseneren vanaf halen. We zijn een voedselbos aan het aanleggen. Ik zie het voor me dat daar over tien jaar een kok doorheen wandelt die van alle eetbare bomen, planten en struiken plukt en dat in de keuken gebruikt. Er komen ook vier weides waar ik wil proberen een aantal runderen een mooi leven te geven, inclusief massages en klassieke muziek, net zoals ze in Japan doen. Zo de Zeeuwse ‘wagyu’ creëren voor exclusief vlees. Een van de schuren wordt een kas. Ik ga nog onderzoeken of we dagbesteding aan kunnen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zodat we ook op sociaal gebied circulair worden. Dan is het plaatje echt helemaal rond.”