Tekst & fotografie: Kim de Booij
Hij wilde eigenlijk profvoetballer worden, maar het liep net iets anders. Mike Schutter voetbalde vanaf zijn vijfde, maar op zijn dertiende werd zijn team opgesplitst. “Daarna vond ik het niet leuk meer, dus stopte ik met voetballen. Mijn vader vond het niet zo’n best idee dat ik dan maar ieder weekend thuis zou zitten niksen, dus ik ging meewerken bij hem op de markt.”
Een straf was het niet voor Mike. “Ik liep er al vanaf mijn tiende jaar. Toen was het natuurlijk nog meer om te spelen, maar ik vond het altijd leuk om mee te gaan.” Na de middelbare school volgde Mike een aantal jaren een studie detailhandel in Middelburg. “Tot ik besloot dat ik, net als mijn vader, op de markt wilde staan. Ik ging fulltime bij hem werken, maar al snel bleek dat toch niet zo’n succes, we leken teveel op elkaar. Daarom vonden we het allebei een goed idee dat ik een eigen kraam zou beginnen.”
Hard werken
En zo had Mike op zijn 18e een eigen bedrijf. Dat is, zoals we van veel marktkramers horen, heel hard werken. “Het zijn inderdaad lange dagen. Ik heb nu 11 jaar mijn eigen kraam, sta zes dagen per week voor half zes al op en heb weinig vakantie. Ik krijg steeds meer respect voor mijn vader, die dit tot zijn 55e volgehouden heeft en nu een groothandel runt. Hij zegt me altijd: ‘Haal tot je veertigste alles uit jezelf en hoop dat je in de toekomst ook anderen wat werk kunt laten overnemen’.” Ook nu heeft Mike wel al hulp. “Ik heb een leuk team met jongens en meisjes die al jaren bij mij werken en ze zijn er werkelijk altijd. Daar heb ik echt waardering voor.”
Geen twijfels
Hard werken of niet, Mike zou niks ander liever doen. Verwacht hij dit ook nog lang te kúnnen blijven doen? “Over de toekomst van de markt heb ik geen twijfels. Mensen blijven hier komen voor de goede, verse producten en de glimlach en het grapje. Daar geloof ik sterk in. Voor sommige mensen ben je het fijne gesprekje van de dag. Dat soort dingen doen het voor mij. En zeker in de kustplaatsen blijft de markt veel bezocht door toeristen. Daar maak ik me dus niet druk over. Ik kan dus nog lang blijven doen wat ik leuk vind”, besluit hij met een brede lach.