In ons Zeeuwse landschap vind je een hoop herkenbare punten, zoals kerktorens en molen. In Zeeland hebben we bijna 90 molens en de meeste zijn gelukkig in goede staat. De molens moeten regelmatig draaien om dat zo te houden. Dat lukt niet altijd even goed, want er zijn niet veel molenaars tegenwoordig. Gelukkig vinden we in West-Zeeuws-Vlaanderen genoeg molens waar je de wieken vaak ziet ronddraaien. Zaterdag is vaak een vaste molendag en ben je bij de meeste molens van harte welkom. Als de wieken draaien, moet je zeker eens een kijkje nemen!
Wist je dat?
Molens zijn niet los te zien van de geschiedenis van Nederland. Ze maalden meel, hielpen bij de strijd tegen het water en brachten ons land welvaart. Drie jaar geleden werd het molenaarsambacht toegevoegd aan de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO.
Wanneer de eerste windmolens in Nederland gebouwd werden, is niet precies bekend. De eerste schriftelijke vermelding is uit het voormalige dorp Willemskerke in Zeeuws-Vlaanderen en dateert uit 1221. Tot circa1880 steeg het aantal windmolens. Door de komst van de stoommachine, de gasmotor, de dieselmotor en de elektra-motor liep het aantal daarna sterk terug. Waren er in de 19e eeuw nog zo’n 10.000 molens, op dit moment telt Nederland 1.048 windmolens en 148 watermolens.
In de gemeente Sluis staan zeven windmolens, die allemaal nog kunnen malen. De meeste molens doen dit ook nog. Daarnaast telt de gemeente zes molenrompen, waarvan een aantal een andere bestemming hebben. De taalvaardige molens en drie molenrompen (in Breskens, Nieuwvliet en Terhofstede) zijn rijksmonumenten. In 1900 stonden er nog 35 molens in de gemeente. Er zijn er in de 20ste eeuw dus meer dan twintig gesloopt!
Er zijn veel soorten windmolens. In de gemeente Sluis zijn dat de volgende:
De Stellingmolen heeft een galerij of een stelling. Dit type staat meestal in de bebouwde kom en moet daarom hoog genoeg zijn om voldoende wind te vangen. De wieken en de staart reiken tot de stelling en niet tot de grond. In Sluis en IJzendijke staan stellingmolens.
De beltmolen of bergmolen staat in een kunstmatig opgeworpen berg: de molenbelt. Deze heeft dezelfde functie als de stelling bij de stellingmolen. In de berg is meestal al een doorgang gemetseld. Paard en wagen konden zo de molen in en uit rijden voor het laden en lossen. In Cadzand, Schoondijke en Zuidzande staan beltmolens.
De grondzeiler is een windmolen die van af de grond kan worden bediend, zoals de molen in Nieuwvliet.
De standerdmolen of staakmolen is het oudste type windmolen in Nederland. De naam is ontleend aan de standerd of staak waarop de molenkast grotendeels rust. Een voorbeeld hiervan is de molen in Retranchement.
De bovenkruier is een windmolen waarbij alleen de kap met het wiekenkruis in het horizontale vlak kan draaien, zoals de molen van IJzendijke.
De kettingkruier heeft een ketting waarmee de kap van de molen rond kan worden getrokken via een groot wiel. Deze ketting reikt van de kap tot op de stelling of begane grond. Vanaf daar wordt de molen gekruid. De molenrompen in Cadzand en Hoofdplaat waren oorspronkelijk kettingkruiers. Dit type kwam in Nederland amper voor, behalve in Zeeuws-Vlaanderen. Alleen in Wippelgem (Oost-Vlaanderen) staat nog een kettingkruier in complete staat. In Vlaanderen stonden meer molens van dit type.
Molentaal
In de molenwereld is het gebruikelijk dat de stand van de wieken een bepaalde betekenis heeft. Als men voor de molen staat en naar het linksom draaiende wiekenkruis kijkt (tegen de klok in), kan men de volgende standen zien:
De kruis- of lange ruststand (diagonaal) geeft aan dat de molen voor een langere periode niet gebruikt wordt. Deze stand wordt niet veel meer gebruikt. In de tijd dat molenkruizen vooral van hout waren, voorkwam deze stand het doorzakken van de wieken. Later werden de kruizen van staal en was dit niet meer nodig.
De plusstand is de werkstand of kortere ruststand. De molen draait een kortere tijd (bijvoorbeeld een nacht) niet, maar is zo weer snel op te straten. De molenaar kan direct in de onderste wiek klimmen om het zeil uit te rollen.
Bij de vreugdestand staat de onderste wiek voor de romp en en bovenste wiek voor het hoogste punt. Het kondigt zowel geboorte als huwelijk aan, omdat symbolisch het hoogste punt nog bereikt moet worden.
Als de onderste wiek voorbij de romp staat (de bovenste wiek is dan over het hoogtepunt heen), is sprake van de rouwstand. Wanneer de molenaar of iemand uit zijn naaste familie of van zijn buren is overleden, staat de molen over het algemeen tot de begrafenis in deze stand.
Bij de feesttooi spant de molenaar vlaggetjes tussen de molenwieken. Dit gebeurt bij speciale gelegenheden, zoals bij een huwelijk. De molen kan dan gewoon draaien. Als aan een molen een wimpel hangt, dan is de molen opengesteld voor publiek. Dit gebeurt echter niet overal.
Molen Nooitgedacht, Cadzand (Cadzand-Dorp, 4506 AE Cadzand)
Op de maalzolder van Molen Nooitgedacht kun je volkoren tarwemeel, griesmeel en zemelen kopen. Dit meel is afkomstig van Zeeuws Vlaamse biologische tarwe, gemalen op de windmolen van Cadzand. Bezoek de molen elke woensdag en zondag van 13;00 tot 18:00.
Molen Retranchement (Molenstraat 1, 4525 AE Retranchement)
De Retranchementse molen is een koren- en pelmolen aan de Molenstraat in Retranchement. Al vanaf 1643 staat op deze plaats een molen. De huidige molen werd in 1818 herbouwd nadat hij was omgewaaid.
Molen Zuidzande (Sluissedijk 7, 4505 PA Zuidzande)
De Molen Zuidzande is een ronde stenen beltmolen gebouwd in 1874. De laatste restauratie was in 1981. Op de kap staat een sierlijk wit windvaantje in de vorm van een haan. De molen in Zuidzande is slechts รฉรฉn van de drie molens in Nederland met een houten hoepelvang. De andere zijn de molen in Retranchement en in de Stadsmolen in Hulst.
Molen de Witte Juffer (Biestraat 4515CD IJzendijke)
De Witte Juffer is een korenmolen uit 1841. Het is een ronde stenen stellingmolen met een vlucht van 23,90 meter. Deze molen is de enige bovenkruier in Nederland met een Vlaamse kap. De molen is elke zaterdag te bezoeken tussen 13:00 uur en 17:00 uur.
Molen van Nieuwvliet (Molenweg 3, 4504 AP Nieuwvliet)
De molen van Nieuwvliet is een naamloze stenen grondzeiler die gebouwd is in 1850 door Charel Cappon. Sinds 1998 is de molen eigendom van de Stichting Molen Nieuwvliet.
Molen De Hulster, (Lange Heerenstraat 71, 4507 KR Schoondijke)
Hulsters Molen is een korenmolen uit 1884. Deze Stenen Beltmolen is in de Tweede Wereldoorlog gespaard gebleven. Hierover was met de Canadezen een afspraak gemaakt. Wanneer de wieken in de plusstand stonden, betekende dat in geheimtaal dat het verzet er onderdak vond. Tegenwoordig vind je er alleen nog de molenaar. Hij maalt meel op bestelling en de molen is iedere zaterdag te bezoeken tussen 11:00 uur en 17:00 uur.